Het is stil in onze wijk. Stil, alsof iedereen zijn adem inhoudt. Alsof er ieder moment iets uit de lucht kan komen vallen.
Het is een zonnige zaterdag ochtend. De tuindeur staat open en de zonnestralen verwarmen onze vloer. Ik ben in de keuken en bak Assepoester cakejes met mijn dochter van drie voor eventueel bezoek of gewoon omdat het zo gezellig is.
Bij elke handeling denk ik aan jullie. Jullie zullen vast ook op een zonnige ochtend samen in de keuken hebben gestaan. Stiekem snoepend van het beslag en turend door het raampje van de oven. Je verheugen op een kop thee en een dampende cup cake aan de keuken tafel.
Jullie wonen niet alleen zo verschrikkelijk dichtbij maar alles wat ik doe als moeder komt verschrikkelijk dichtbij. Nu lees ik dat extra verhaaltje voor het slapen gaan zonder te mopperen, nu ben ik intens gelukkig als ons kleine meiske midden in de nacht vraagt of ze bij ons mag komen liggen, nu knuffel en kus ik haar nog meer dan dat ik al deed. En ik doe dat heel bewust.
Wat moet er door je heen gegaan zijn toen je besefte dat dit echt fout zou gaan. Kon je de hand van je kind nog pakken, ze tegen je aandrukken en ze laten weten dat het allemaal wel goed zou komen? In je hart machteloos.
Deze keer kon je ze niet beschermen zoals je altijd deed. Toen ze voor het eerst gingen kruipen en daarna lopen, de stekkers en stopcontacten gingen ontdekken, je ze leerde fietsen zonder zijwieltjes, ze voor het eerst zonder bandjes het zwembad in stapte, voor het eerst gingen logeren, naar dansles of het speelveld bij jullie tegenover gingen. Zijn jullie nu samen? Zijn je angsten nu weg? Voel je je veilig? En snap je wat je is overkomen?
Je stoep ligt vol. Vol met bloemen, gedichten en knuffels. Mensen staan stil voor je deur. Vragen zich af wat er de laatste momenten voor jullie vakantie zich hier heeft afgespeeld. In gedachten zien ze jullie de koffers pakken. Een extra check op paspoort en geld. Nog even een appje naar een vriendin om te laten weten dat je er zo'n zin in hebt en dat je over twee weken weer terug bent. Kleine momenten van intens geluk.
Jullie huis staat statig, stil en ongeschonden in een straat vol van dezelfde soort huizen. Het enige verschil, hier komt niemand meer thuis. Eenzaam en verslagen staat hij daar. Geïsoleerd van de rest door emotie en verdriet. Met een enorme stilte achter de muren en tranen langs de gesloten gordijnen.
Zwijgend staat het daar met aan zijn voeten een zee van bloemen en knuffels uitkijkend op het huis van jullie vrienden aan de overkant. Ook zij hadden zin in deze reis. Vooral met jullie want jullie hebben elkaar zo lief. Hebben zij hun kind nog kunnen vasthouden en kunnen zeggen dat alles goed zou komen, hebben zij het besef gehad wat hun overkwam? Zijn jullie nu samen? Zijn ook hun angsten nu weg? Voelen zij zich veilig en snappen zij wat hun is overkomen?
Ook hun huis staat daar maar en staart met even holle ogen naar jullie huis terug. Zijn voeten bezaaid met bloemen, gedichten en knuffels. Binnen, binnen heerst een enorme stilte en rollen er tranen langs de gesloten gordijnen. En buiten, buiten huilen wij met jullie mee.
Het is stil in onze wijk. Stil, alsof iedereen zijn adem inhoudt. Alsof er ieder moment iets uit de lucht kan komen vallen. Dat jullie dan terug zouden zijn, alsof er niets gebeurt is.